Snelle communicatie gooit alles op een hoop

Door Klaas van der Veen 31 augustus 2015

Ik hoor Sylvo Thijsen, directeur van Staatsbosbeheer op BNR radio en kijk ondertussen op de homepage van Staatsbosbeheer. Ik zie een zonsondergang, een hert, een natuurfilm, en ‘ga mee met onze boswachter’. Meneer Thijsen zegt ondertussen dat hij Nederland ‘mooier en beter’ wil maken. 

Getverdemme!

Ik lees dat Natuurmonumenten ‘Landschap’ terug op de politieke agenda wil hebben (hier). Kennelijk heeft men er vertrouwen in dat politici begrijpen wat dat is, landschap. 

Nederlandse natuur is cultuurlandschap (wikipedia). Een tere combinatie van bodem, menselijk gebruik en natuurlijke processen. Landschap is moeilijk te zien, en er over vertellen vraagt welhaast alwetendheid. Landschap is geen partij voor de waan van de dag. Die waan is in 2015 het verlangen naar ‘wildernis’, want dat doet een digitale, stadse samenleving nu eenmaal. Lekkere plaatjes van zeearenden. Oernatuur.

> Er is één deelonderwerp dat alle aandacht kaapt

‘Oernatuur’ is nep, maar communiceert zo veel makkelijker. Terwijl duinen, wad, droogmakerijen, esdorpen, buitens, kreken, inlagen en kleipetten de echte Nederlandse juweeltjes zijn. Met hun eigen typische vorm, soorten en erfgoed. Snelle communicatie gooit alles op de grote hoop, onder het trefwoord ‘natuur’. Fijne natte duinvalleitjes waarin mensen 100 jaar geleden aardappels verbouwden worden door dit N-woord uitwisselbaar met nieuwbouwwijkgroen. 

> Er is één verzamelbegrip dat alle verfijning aan het oog onttrekt

Bij elkaar opgeteld (klinkt als):
“O my God, it’s like, really, really nice, Dutch nature”

Wat is er aan de hand?
1) Marketing wil dat iedereen het snapt en zit dus altijd op de hurken;
2) De experts kunnen/mogen/willen niet aan de knoppen zitten;
3) Het opvallendste, aantrekkelijkste deelonderwerp levert op de markt of in Den Haag meer op dan iets zo complex als cultuurlandschap. Daar is geen aandacht voor.
4) Het onderwerp wordt bestreken door experts op veel terreinen: geologie, biologie, ecologie, landschapsarchitectuur, maar je hoort er altijd maar 1.

Je krijgt hoop als je ziet dat bij natuurmensen ook wel eens het tegenovergestelde gebeurt. Kijk eens op This Side of Paradise. Verrukkelijk geradicaliseerde natuurexperts laten zich een weekend vollopen met verhalen over zweefvliegen, het chopperen van het pijpestrootje, en – daar komt-ie – de nauwe korfslak in de Nederlandse duinen. 

> Het andere uiterste: hermetisch gesloten proefschriftentaal.

Alles op een grote hoop gooien is van alle tijden. Veel te ver inzoomen op details eveneens. Er is al vaak over geschreven en over gezucht. Als communicatiemensen blij babbelen, en experts zwelgen in hun jargon, dan weet het publiek straks niks meer. Eerst verdwijnt de kennis en de taal die erbij hoort, daarna verdwijnt het verschijnsel zelf. En het betreft niet alleen cultuurlandschap.

Kan het anders? Ja natuurlijk. ook dat is al vaak gezegd. Hier ook door mij, omdat de balans tussen gebabbel en jargon de kern is van mijn werk.

Ik geloof geen moment dat alles van waarde weerloos is.

Laat mensen ermee kennismaken. Vertel erover, op een manier die begrijpelijk is voor velen (maar beslist niet iedereen!). Ik geloof dat je wél de juiste, iets ingewikkelder, terminologie kunt gebruiken. Iets minder simpel is zoveel leuker. Het enige dat je nodig hebt is iemand die de volledigheid en het jargon van de experts toegankelijk weet te maken voor de geïnteresseerde leek. Dat zou een boswachter kunnen zijn, met wie je ter plekke een wandeling maakt. Ook goed is de kennis van die boswachter in een app, informatiepaneel of bezoekerscentrum gieten. Leuk!

Vier sterke vermoedens:
1) Preciezer taalgebruik kost je weinig ‘likes’ maar geeft wel diepgang.
2) Laat je bestaande behaagzieke homepage/twitteraccount staan, maar roep een tweede in het leven waar klare taal wordt gebezigd naar specifieke groepen. (Voor natuurorganisaties zijn dat erfgoedlui, ontwikkelaars, boeren, recreatie-ondernemers, beleggers en vooral bestuurders.)
3) Maak in het land en op het web exact duidelijk wat de waarde is van jouw onderwerp. Heb het lef de woordenschat van het publiek te vergroten. Wees visueel: beeld af wat je niet kunt zien, of wat je niet met tekst kunt uitleggen. 
4) Kijk uit met woorden die lekker herkenbaar aanvoelen, maar in 99% van de gevallen niet precies genoeg zijn. (natuur, groen, milieu, duurzaam, mooi) Die vreten van binnenuit je geliefde onderwerp aan.

 

Hieronder wat beeld uit projecten van Explanation Design. Kijk ook op de website onder ‘Landschap’.

p027Deltaboek Reineck

Een brug slaan tussen proefschriftentaal en het publiek. (Schetsfase van illustraties voor de Atlas van Nederland in het Holoceen, RCE. Hier te koop)

p087GL RM input 

Briefing van een specialist. 

p002Canon ijstijden

Het ontstaan van Nederland: 20 landvormen, elk op een half A4 verteld.

p020WW wonderkoffer

Kinderen neem je gewoon mee naar buiten. Dan zien ze al gauw 7 vogelsoorten in plaats van 2.

p002Canon ijs kop

De koppen zijn lekker, de onderkoppen al wetenschap. Diepgang met een lage drempel.

p087GL RM kleuren

Correcte terminologie, maar met de tekstlengte van een vakantiefolder

p027Deltaboek zeegattotaal

Landschap zie je veel beter als je het ontstaan ervan kent. (Uit: Atlas van Nederland in het Holoceen)

p027Deltaboek verveningtotaal

 

 zeelandIMG 0500

Aardkundige waarden van Zeeland verklaard door het ontstaan ervan langs te lopen. Niet heel eenvoudige begrippen uit de geomorfologie en geologie worden verklaard. Maar wel met Vikingen en Romeinen in de buurt. (Zo recent is het Zeeuwse landschap)

zeelandIMG 0494

n woord IMG 8418

(Headerfoto) Dit is Zeeuws-Vlaanderen. Nèt niet vlak. Als je tenminste goed kijkt. Zodra je de vormende processen kent, zie je ze overal. Dat is echt de moeite waard.