Op zoek naar de sleutel tot begrip

Door Klaas van der Veen 21 februari 2018

Landschap is een veelvormig onderwerp. Voor het goed en soepel overbrengen van kennis van het landschap heb je een sleutel nodig. Ik vertel hieronder hoe dat werkt. Onder de video vind je twee voorbeeldprojecten (even flink doorscrollen).

 

 

Het vlakke polderland van Eemland is na een ruilverkaveling deels ingericht als natuurgebied. Daar komen de vogels, die van oorsprong op nat weiland thuishoren, in groten getale voor. Natuurmonumenten vroeg mij om te bedenken hoe je dat landschap beleefbaar kunt maken. Daar hebben ze zelf veel verstand van, maar een buitenstaander die de bezoeker vertegenwoordigd, kan van al hun expertise een aansprekende eenheid smeden.

Een informatiepaneel is een ouderwets ding. Maar de neiging om informatie aan te bieden op digitale wijze verdwijnt snel van tafel als je de situatie goed onderzoekt. Bezoekers komen in groepjes, dan is een klein schermpje vervelend. Het is buiten, dan is een scherm lastig te lezen, en het is op het platteland, dan is er te weinig bereik om iets goeds te tonen op een smartphone. Wat mij betreft is het allersterkste argument: landschap is visueel, laat mensen dus niet op hun schermpje kijken. De borden zijn zo ingericht dat je er niet lang op zult blijven lezen.

De bezoeker: fietser, niet jong, in groep, genietend. Maar staat wel open voor wat extra info, waarnaar ze meer zullen zien, en genieten.

 

Hier staan de panelen:

 

Het landschap ter plekke gaat over veel zaken: landbouw, waterbeheer, militaire historie, cultuurhistorie, ecologie. Hoe rijg je dat allemaal aan elkaar? Fysiek is het allemaal al bij elkaar geregen door het riviertje en de fietsroutes.

Dit zien we de bezoeker wel doen. Effe uitblazen, en hee, daar staat een informatieding. In deze schets zie je ook wat we willen: samen over het paneel heen die weilanden in kijken.

Hoe zou dat er uit kunnen zien? Ik vind de schets een geweldig middel. Je ziet direct dat het niet af is, maar maakt je wel een voorstelling. Een schets is laagdrempelig, dus in een overleg kan iedereen zijn wensen of ideeën er even bijkrabbelen.

Het landschap is open en leeg. Geen nieuwe felgekleurde objecten neerzetten dus. We hangen de panelen op aan bestaande veldhekken. Vee-proof, tractor-proof.

Ster van de show is een ‘Viewfinder’. De horizon is volgehangen met trekvogelbestemmingen. Zo zie je dat de grutto uit Afrika hier de gans uit Nova Zembla tegenkomt. Op dit kleine stukje nat weiland…

Heel belangrijk: vogelinformatie gaat altijd over determineren. Oogstreepje hier, stuitvlekje daar. Geen goed idee als je bij het landschap en bij grotere verbanden wilt uitkomen. De vogels worden daarom met een foto voorgesteld, en spelen daarna hun rol als silhouet. Gedrag, in relatie tot het landschap wordt uitgebeeld, en ‘licht’ beschreven.

De stijl is vrij abstract. Voor echte vogels moet je niet op de panelen wezen. Elk paneel gaat over 1 van 4 thema’s: paarvorming, jongen grootbrengen, voedsel en trek. Daarmee worden de panelen in samenhang het hele seizoen interessant. Op deze afbeelding: het broedseizoen als tijdlijn.

Abstractie is handig. Welke manieren heeft de vogel op predatoren te ontwijken? Even snel uiteenzetten.

 

Grote lijnen en details komen samen. Waterbeheer is heel belangrijk, want de waterstand hangt samen met de aanwezigheid van heel specifieke soortgroepen. Zachte snavel, lange snavel, lange poten, korte poten: elk waternivo heeft zijn vogels.

Vogels hebben een rommelig cultuurlandschap nodig. Als we ze willen behouden, moeten we oude boerderijen behouden, of de nieuwe zo bouwen dat vogels ermee uit de voeten kunnen. Een van de leukste dingen in het Nederlandse weidelandschap is de verwevenheid van natuur en mens.

De panelen moeten natuurlijk vervaardigd worden door een metaalspecialist. Alles moet kloppen en werken en demontabel zijn. Leuk werk om te begeleiden.

Natuurlijk hebben we uitgezocht of de informatie digitaal ook overgebracht zou kunnen worden. Ja, natuurlijk! Een ondersteunende vogel-app zou alle locaties, soorten en verhalen met elkaar in verbinding stellen. (Niet uitgevoerd)

 

Project 2

Informatievoorziening voor een waterschap.

Ik wilde ‘lekkere’ borden. Met personages en voorwerpen die een verhaal vertelden over het waterwerk dat je voor je zag liggen. Allereerst: in het gebied staan enorm veel objecten, maar je wilt niet veel borden plaatsen. We groepeerden objecten met een gemeenschappelijke watertaak (bijvoorbeeld ‘een polder drooghouden’) binnen 1 ‘familie’. We zochten voor de hand liggende fietsroutes, waar we een ‘familiebord’ plaatsten, waar alle objecten langs de route op genoemd werden. Dat bord zou op de populairste plek staan, met ‘familieleden’ op een beperkt aantal andere plekken. Kleine schildjes zouden de objecten markeren die ook bij het familieverhaal hoorden, zoals dijkpalen, sluisjes of wachthuizen.

Schetsen.

 

Ingrediënten: tekst, foto, blokdiagram, illustraties, kaart.

Wanneer informatieborden over een groot gebied verspreid staan, is een herkenbaar bord, met steeds soortgelijke opbouw, belangrijk. In dit geval opent elk bord met een tekst over de watertaak, dan over de watertaak ter plekke, de werking, de ligging en de componenten.

Bord bij Jaarsveld in de Lek.

Het Utrechtse watersysteem is zo ingewikkeld, dat vraagt om overzichtskaarten.

Op verschillende borden uit deze serie van 16 staan isometrische tekeningen van de situatie waar de bezoeker in staat. Vaak met historische componenten.

 

De bekende ingrediënten: kaart, blokdiagrammen om processen uit te leggen, een personage om een verhaal te vertellen, en het waterwerk zelf, waarvan we de werking uitlegden. De tekst vertelde het algemene verhaal over het waterschap en haar watertaken.